Het leenrecht: een nieuw KB

Het monster bedwongen? De nieuwe leenrechtregeling

 

Volgens een mededeling van de federale regering van 12 december wordt het nieuwe Koninklijk Besluit inzake het leenrecht op korte termijn gefinaliseerd. Dat moet van ‘Europa’ tegen 1 januari 2013 gebeurd zijn. VAV heeft dit gebeuren al meermaals aangekondigd. Met de nodige reserves. Terecht, zo blijkt nu.

Wat is nieuw?

De manke leenrechtregeling in België is een zeer van twintig jaar oud, waarvan we de pijnlijke en schandelijke historie hier niet meer zullen oprakelen. Dit jaar kwam het dossier onder Europese druk in een stroomversnellling bij het kabinet van Economie van minister Johan Vande Lanotte. Er werd onder meer overleg gepleegd met de boeken- en auteursrechtensector. VAV had in dit overleg een stem via het BoekenOverleg, de Strategische Adviesraad Cultuur en de auteursrechtenmaatschappij deAuteurs.

We spitsen ons toe op het nieuwe Koninklijk Besluit. Dit zijn de belangrijkste elementen daaruit:

  • de inning wordt berekend op basis van de collectie en het aantal uitleningen – waarbij een verlenging niet wordt beschouwd als een nieuwe uitlening
  • de inning gebeurt door Reprobel; uitbetaling aan auteurs gebeurt door rechtenmaatschappijen
  • het bedrag voor de leenrechtvergoeding in Vlaanderen zal in 2013 (voor uitleningen in 2010) ongeveer 1,4 miljoen euro bedragen en wordt tegen 2017 opgetrokken naar 2,1 miljoen euro (dit is het totale bedrag; het aandeel boeken hierin is 72%; de overige 28% gaat naar andere gedrukte producten en audiovisuele werken). Opgelet: voor dit bedrag bij u terechtkomt, worden er tweemaal werkingskosten van afgetrokken – door Reprobel en door de rechtenmaatschappijen.

 

Too little, too late

VAV is tevreden dat er eindelijk een aangepaste regeling is voor het leenrecht. Maar daarom is het nog geen goede regeling. We zetten het nieuwe KB af tegen de belangrijkste standpunten die we in de onderhandelingen hebben ingenomen:

De leenrechtvergoeding moet drastisch worden verhoogd. Alleen een leenrechtvergoeding die vergelijkbaar is met die van de ons omringende landen is billijk.

  • KB: de leenrechtvergoeding die het KB voorstelt is niet billijk want ze blijft ver beneden de vergoeding die gemiddeld in onze buurlanden wordt uitbetaald.

VAV pleitte voor correctiemechanismen waardoor ook ‘zwakke’ genres (zoals poëzie en essayistiek) mee kunnen genieten van het leenrecht.

  • KB: in het KB wordt hierin gedeeltelijk voorzien omdat de boekencollectie (en niet alleen de uitleningen) die in bibliotheken aanwezig is mede een parameter is voor de toekenning van de vergoeding. Een meer gedetailleerde berekening zal nog moeten uitwijzen of dit correctiemechanisme volstaat.

Er moet een regeling komen voor ‘verloren’ jaren: het leenrecht had al lang geregeld moeten zijn.

  • KB: bovenop de 10,1 miljoen euro die reeds werden uitgekeerd zal de Vlaamse Gemeenschap volgens de berekeningsformule van het KB 800.000 euro moeten opleggen.

De leenrechtvergoeding moet geïnd en uitbetaald worden volgens objectieve en transparante parameters.

  • KB: het KB voorziet in deze parameters (collectie en uitleningen). Vraag is of alle spelers op het terrein (bibliotheken, rechtenmaatschappijen) er ook correct en transparant mee zullen omgaan. Het wordt een belangrijke taak voor VAV om hierop toe te zien.

Aangezien het een collectief recht betreft, moeten de verschillende auteursrechtenmaatschappijen voor een vergelijkbaar oeuvre een vergelijkbare leenrechtvergoeding uitbetalen.

  • KB: dit is een VAV-eis aan het adres van de rechtenmaatschappijen. Het KB zegt daar niets over.

Het is voor VAV geen taboe dat de bibliotheekgebruiker (mee) betaalt voor de leenrechtvergoeding, als gegarandeerd kan worden dat mensen die niet over voldoende middelen beschikken vrijstelling voor deze betaling kunnen krijgen.

  • KB: het KB maakt het mogelijk dat een deel van de vergoeding wordt verhaald op de lezer.

 

Besluit

Het leenrecht is straks ‘geregeld’, maar VAV heeft grote bezwaren tegen de nieuwe regeling. De vraag is momenteel ook nog wanneer auteurs hun eerste leenrechtvergoeding volgens dit nieuwe KB tegemoet mogen zien. Wellicht is een uitbetaling tegen einde 2014 een erg optimistische prognose…

Politici opperen in opiniestukken om een gedeelte van de leenrechtvergoeding niet rechtstreeks aan auteurs uit te betalen maar om het gebruiken voor andere aan literatuur gelieerde doelen. VAV zal zich verzetten tegen een dergelijk oneigenlijk gebruik van wat in dit land al heel lang een verworven recht voor elke individuele auteur had moeten zijn.